Wat is Brabants wipschieten
Bij het wipschieten heeft men boven op de schutsboom een bak geplaatst waarin een drietal pijpjes verticaal naast elkaar zijn opgesteld. Op elk pijpje ligt een stalen prop die even groot of net iets groter is dan het pijpje. De prop blijft netjes op zijn plaats liggen omdat er een conische centreerrand aan zit die precies in het pijpje past. Aan de ring is een koord bevestigd, die door het pijpje naar beneden hangt. Men moet proberen de prop eraf te schieten. Als dat lukt trek je aan het koord en het doelwit “wipt” terug naar zijn plaats.
Er wordt geschoten met standaard .22 munitie. Dat .22 staat voor 1/22ste INCH = 6 mm kogels. Flobert munitie. Bij het rechter pijpje steekt de overslag iets (1mm) over de rand, bij het middelste pijpje is dat minder, en links is de ring even groot als het pijpje. De hoogte van de wip is ook verschillend de rechtse heeft een hoogte van 8 mm, de middelste heeft een hoogte van 6 mm en de linkse heeft een hoogte van 4 mm. Dus van rechts naar links gaande wordt de moeilijkheidsgraad steeds groter.
Wat moet u zien door het vizier?
- de gekozen wip, 1 van de drie.
- de lichtkrans rondom moet mooi gelijk zijn.
- de korrel.
Waar moet u op letten bij het schieten?
- U moet ontspannen staan.
- Het geweer goed vastzitten met riem.
- De lichtkrans rondom gelijk.
- De korrel goed op de wip zetten.
Uitleg met dank aan Leonardusgilde te Beek en Donk.